Saturday, January 07, 2006

30 december 2005 - Siem Reap

past het????



Vrijdag 30 december 2005, Dag 41



Vroeg op, uitchecken en ontbijten. Oh nee, niet weer zo'n buffet! En dan ook nog voorzien van kaas, yoghurt, pindakaas en brownies. De laatsten gingen mee in Sanne's tas en de rest peuzelde ze lekker op. Op het vliegveld aangekomen gebeurde zo'n beetje het ergste dat je als backpacker zo'n beetje mee kan maken. Onze bagage was vier kilo te zwaar! Eerst even de verzachtende omstandigheden:
1) De vlucht mocht niets kosten, daarom slechts 15 kilo p.p. (wij zaten
dus op 17!!!)
2) Wij hadden ons de afgelopen tijd qua boeken als hamsters gedragen.

Onze bagage bulkte van de boeken. Na het verplaatsen van wat boeken naar onze handbagage, hadden we meteen 3 kilo over dus gingen er weer wat terug. Ondanks de verzachtende omstandigheden werd de bagage die avond nog eens kritisch bekeken op noodzaak. De meeste leesboeken stonden al op de nominatie om verkocht te worden. Reisboeken willen we naar huis sturen, maar daarvoor is de Cambodiaanse post niet betrouwbaar genoeg (de kans dat ze thuis aankomen is nihil). Verder werd e.e.a. opgegeven: Sanne's tweede lange broek (Edward's tweede was al op Langkawi opgegeven), het glazen potje van de vitaminenpillen en nog enkele zaken die ook geen zoden aan de dijk zetten: een scheidsrechtersfluit (?), een borstel, enkele paren sokken, een zeepje, een half yathzee blok en 13 zakjes zoetstof. Die boeken, we moeten er van af...

Bij de douane ging alles prima, ook zonder stempel als bewijs van binnenkomst. Ook de enorme lading medicijnen, die toch duidelijk zichtbaar was op de rontgen, was niet eens reden om een spier te verekken. Komt natuurlijk ook dagenlijks voor, beseffen we. De vlucht was relax, ondanks het feit dat het niets mocht kosten. Na een vlucht van een kleine twee uur maakten we een zachte landing op het vliegveld van Siem Reap, Cambodja. Een visum was snel gekocht en gemaakt. Het tekort aan stempels in Maleisie is meer dan goed gemaakt. Wel even 20 dollar p.p. neerleggen, maar dan mogen we wel een maand blijven. Voor het visum werden de dollars die we gekregen hadden op ons afscheidsfeestje aangewend. Voor de rest is dit een erg klein vliegveld, dus alles gaat lekker snel. Toen de formaliteiten rond waren, lagen onze rugzakken - samen precies 30 kilo - al te wachten. We hadden gelezen dat we buiten bestormd zouden worden door runners van guesthouses en daarom hadden we op basis van de Lonely Planet een shortlist gemaakt zodat we ons een beetje staande zouden kunnen houden in alle hectiek. Toen wij met ons karretje naar buiten liepen was er echter niets van dit alles. Alleen wat pick-ups van de dure hotels en verder geen rush op ons simpele backpackers. Zelfs de taxi's werden geregeld door een soort bureau. Niets afdingen, vaste prijzen! Om de kosten toch enigszins binnen de perken te houden konden we gelukkig een taxi delen met een jongen uit Singapore. Hij wilde naar het Jasmine Guesthouse, dat ook op onze shortlist stond. Daarnaast betaalde hij 3 van de vijf dollars, dus vonden wij het al lang goed. De taxi-rit was slechts 7 kilometer en wat meteen opviel is dat asfaltering hier nog niet erg ver is doorgevoerd. Hierdoor veroorzaakt het verkeer nogal wat stof. Verder viel op dat het verkeer hier nogal chaotisch verloopt. De ons bekende regels zijn hier duidelijk niet geldig. We denken dat het verkeer hier rechts rijdt. Ondanks alles
waren we in no time ter plekke.

Ondanks dat wij de Lonely planet intensief hadden gebruikt voor onze shortlist, is ons vertrouwen in dit boek voor dit doel enigszins afgenomen. Qua guesthouse kiezen we meestal een locatie waar meerdere guesthouses gevestigd zijn en kijken zelf wat rond. Hier in worden we ook steeds brutaler. Altijd kamers willen bekijken en vaak ook zonder gene nog even eerst bij de "buren" kijken. Jasmine zit ook in zo'n clustertje en uiteindelijk kwamen we ook bij "de buren" terecht. Jasmine zat vol, maar verwees ons met volle overtuiging naar de buren. Waarschijnlijk pakken ze een dollar commissie ofzo. Onze reisgenoot had pech, hij had een éénpersoonskamer gereserveerd, maar dat werd afgedaan met een slap excuus afgedaan. Voor ons was dus bij de buren nog één kamer vrij. Dit is vaker het geval, Guesthouses zitten vaak bijna vol, dit is goed voor de prijs. Onderhandelingen over de prijs zaten er dus ook niet in. Maar zo'n mooie kamer voor 6$ hadden we ook nog niet eerder gezien. Groot, Brandschoon, warm water en twee enorme bedden. We besloten dan ook niet verder te zoeken en te relaxen in deze luxe omgeving.
Echter, er was ook werk aan de winkel. We hadden gelezen dat het begrip: "even wat geld uit de muur halen" hier niet opgaat. En met het weekend voor de deur, zou ons kleine vooraadje dollars snel op zijn. Ja, ze werken hier met Amerikaanse Dollars. Onder andere. Men heeft ook
een eigen valuta, de riel. Als nieuwkomer leek het allemaal erg ingewikkeld met dat geld, maar in de praktijk is het niet zo moeilijk. In principe betaal je alles met een prijs vanaf een biertje met dollars. Je krijgt dollars terug, maar ook riels. Voor je het weet loop je met duizenden riels rond. Riels mogen van ellende uit elkaar vallen, maar dollars moeten er puntgaaf uitzien. Een klein stukje er af of een klein scheurtje maakt ze waardeloos. Als je heeeel veel riels hebt kan
je er iets kleins voor kopen, een biertje ofzo. Wij kopen er alleen flessen water voor (500 riel) en de rest geven we weg aan straatmuziekanten (hier over later meer). Afijn, genoeg over riels, Edward ging op zoek naar de Dollars. Sanne bleef thuis, ze had wat last van de reis. Met credit card en paspoort ging Edward op weg naar de Canadian Bank, aangezien deze transactie daar gratis zou zijn. Nadat hij de man met een geweer was gepasseerd stond hij in het bank-kantoor.
Zowel klanten als mensen achter de balie waren in de weer met dikke pakken dollars. Dat zag er veel belovend uit dus! Maar voordat hij ook dollars kreeg werd hij streng aangekeken en werd hem gevraagd een vragenformulier in te vullen. Één vraag betrof of hij een taxi- of tuk-tuk chauffeur als contact persoon kon opgeven. Aangezien hij deze niet indeelt in de categorie "betrouwbare personen", besluit hij dat dit een strikvraag is en laat de vraag open. Ondanks dit gebrek aan vrienden in dubieuze kringen, werd het formulier geaccepteerd. Ondertussen was hij al een tijdje binnen, maar er werd hem beloofd dat het nog wel een tijdje zou duren. Na nog 10 minuten wachten werd iedereen in de bank erg zenuwachtig. Na te informeren wat er aan de hand was, werd hem verteld dat de telefoonlijn plat lag en dat daarom creditcard transacties niet meer mogelijk waren. Ok, dan maar naar de Union Bank (alleen Visa) en een bank die er zo vaag uit zag dat hij er maar niet naar binnen ging. Uiteindelijk kon hij zaken doen met de Cambodia Commercial bank, klinkt goed (namen zijn erg belangrijk). Wel tegen hoge kosten, maar het was ondertussen bijna sluitingstijd. De procedure was ongeveer identiek, alleen de contacten in de onderwereld konden dit maal achterwege blijven (het was dus toch een strikvraag). Toen Edward al weer een tijdje zat te wachten kreeg zijn "buurman" zijn
geld. Hij telde eerst twee maal het geld en vervolgens inspecteerde hij ieder biljet afzonderlijk. Af en toe schoof hij mompelend een biljet terug naar de medewerker die het weer omruilde voor een ander exemplaar. Enigszind zenuwachtig vroeg Edward waar hij op moest letten. Banken geven regelmatig hun valse en beschadigde biljetten mee aan touristen. Goed controleren op papier, watermerk en oude biljetten ook voor de zekerheid weigeren. Nadat hij ons zo zag praten kreeg Edward een stapel kakelverse biljetten van 20, allen keurig voorzien van
watermerk. Voor de vorm imiteerde Edward het ritueel van zijn voorganger, maar geen enkel biljet werd teruggeschoven. Eigenlijk wel jammer. Nu maar hopen dat ze niet alsnog vals zijn. Na twee uur bankieren ging Edward huiswaards met een dik pak geld in zijn zak. Dit is pas bankieren!!!

Aan het eind van de middag hebben we een wandeling gemaakt door Siem Reap. Dit stadje/dorp is uit de grond gestampt nadat de grens weer is opengesteld voor touristen, halverwege de jaren 90. Toch hebben veel gebouwen een coloniale uitstraling en zijn rijkelijk voorzien van versiersels. Het kleurgebruik geeft het geheel een vrolijke en plezieringe uitstraling. Ook in het dorp is de asfaltering deels afwezig, waardoor het zeer stoffig is. Veel bestuurders van brommers dragen daarom mondkapjes (althans, we hopen dat dat voor het stof is). We lopen even door de enige straat met een naam: "Bar Street". Luxe bars en Restaurants met grote borden die happy hours en ijskoud bier beloven. Dit is echt DE straat voor een dorstige tourist die de hele dag de tempels van Ankor heeft bekeken in de brandende hitte. Zo lijkt het althans op het eerste gezicht. Dit is echter ook de straat waar de allerarmsten zich bevinden in de hoop een dollar mee te krijgen. Veel bedelaars zijn kinderen en slachtoffers van landmijnen (geen arm (en) en/of be(e)n(en)). Sommigen houden er een karretje met boeken op na om te verkopen en sommigen spelen traditionele muziek. Maar de meesten blijven naast je lopen met een blik dit je hart bijna doet breken. Met enige schaamte dalen we neer op een terras en bestellen bier en Indiaas eten. De reisboeken hadden ons hier al voor voorbereid. Sommigen adviseren om kinderen niets te geven zodat ze gedwongen worden een andere "oplossing te zoeken". Organisaties die kinderen van de straat willen halen pleiten er voor niets te geven. Veel kinderen worden gedwongen te bedelen door ouders of soms zelfs door "bedel-pooiers". Toch wordt door anderen geadviseerd om wel af en toe iets aan kinderen te geven. Wij kunnen immers wel makkelijk zeggen dat kinderen niet op straat moeten zijn en naar school moeten, maar wij hebben nog nooit de echte armoede die hier onder sommige gezinnen heerst meegemaakt. Ook hier is wat voor te zeggen. Op het terras besloten we dat we zeker een deel van ons geld willen weggeven. Maar we geven niet direct aan kinderen. Verder nemen we ons voor ze veel mogelijk te kopen van kleine winkeltje zodat het geld rechtstreeks naar gezinnen gaat. Daarnaast zijn er organisaties die opkomen voor groepen die het moeilijk hebben. Bijvoorbeeld Restaurants die straatkinderen opleiden voor een vak in de horeca of massagesalons die blinde mensen opleiden. Ook hier gaan we proberen gebruik van te maken, Sanne is dol op die massages! Ten slotte besluiten we per definitie wat geld te geven aan de "oorlogs-slachtoffer-muziek-orkesten" die je overal ziet. Het is niet veel, maar het is onmogelijk om iedereen wat te geven, zelfs als je zo veel geld hebt in vergelijking met hen. Na dit heerlijke eten met een bijsmaak liepen we terug naar ons guesthouse (20 min). Op iedere straathoek wil men iets aan ons verkopen. Boeken, Cola, Water, T-shirts, maar vooral een ritje op tuk-tuk of brommer. Verbaasd vroegen we ons af waarom ze ons een brommer-rit willen aansmeren, we zijn immers met z'n twee-en. Later zouden we leren dat in Cambodja niet alleen locals, maar ook touristen met drie man op een brommer passen (i.g.v. locals meer dan drie). Gelukkig lopen wij.

Thuis dronken we een Ankor biertje. Ja, alles is hier genoemd naar Ankor, zelfs het bier. Een goede zaak, want Ankor is een prima bier. Wel een bierje met een bite, maar het is een prima biertje (hier over later meer).

Als diner aten we een echt stokbroodje. dat broodje was heerlijk en vers gebakken, waarschijk een erfenis van de Fransen die hier een de vorige eeuw hebben huis-gehouden. Daarna lekker naar bed in ons fijne "hotel-style" kamer. We lieten één van de twee bedden leeg, veel gezelliger.
Einde van dag 41, de dag dat Edward meer onder de indruk was van een klein bank-kantoor dan van drie jaar op het hoofdkantoor van ABN Amro.

0 Comments:

Post a Comment

<< Home