Friday, January 20, 2006

6 t/m 8 januari - Phnom Penh

Vrijdag 6 januari 2006, Dag 48

Om half acht werden we opgepikt door het busje dat ons naar de grote bus zou brengen. Die grote bus was voorzien van gratis ontbijt en water, maar niet op de gehoopte beenruimte. Ach, het is maar zes uurtjes. Bovendien stopte de bus halverwege voor een koude cola en een wandelingetje over de markt.


Ook het eten dat wij consumeren komt ongetwijfeld van dit soort markten. Niet aan denken! Zeker niet voordat je een Noodle met kip of een Amok met vis naar binnen schuift. Vlees en vis liggen ongekoeld op de grond in de brandende zon, een paradijsje voor vliegen. De markt dient tevens als slachthuis. Maar onze vriend Rob, een hoger opgeleid leversmiddelen-technoloog, heeft ons beloofd dat dit geen enkel probleem is. als het maar goed doorbakken is, drukte hij ons nog op het hart. Na dit smaakopwekkende bezoek aan de markt werd on nog een portie gefrituurde sprikhanen aangeboden. Waarschijnlijk zal Rob wel zeggen: "Niets mis mee, als ze maar goed doorgefrituurd zijn".

Dit in ogenschouw nemende nam Sanne een portie (not). Na de pauze reden we verder door het platte land van Cambodja. Schijnbaar zijn ze hier trots op bruggen. Ieder exemplaar werd met trots aangekondigd door de Steward. Op het eerste gezicht vreemd, maar als je beseft dat dit hele land recentrelijk nog in puin lag, dan is iedere brug natuurlijk een enorme aanwinst.

Edward las ondertussen het boek: "First they killed my father", geschreven door Loung Ung. Waar wij ons verplaatsten per luxe touring car (en klaagden over de beenruimte), reisde zij slechts dertig jaar geleden van dorp naar dorp te voet. Als vijf jarig meisje werd haar familie opgejaagd door Pol Pot's Khmer Rouge. Uiteindelijk werd het grootste deel van haar familie vermoord, net als twee-miljoen anderen. Later werd ze gedwongen te vechten als kindsoldaat. Het boek vertelt over hoe schitterend Cambodja voorheen was en hoe binnen vier jaar alles kapot was en vooral hoe de bevolking gevoed werd met haat en wantrouwen. Doordat alle gebeurtenissen in deze periode tot in detail beschreven worden liepen de rillingen soms over je rug. Het is bijna niet te beseffen dat iedereen in Cambodja met onze leeftijd of ouder deze verschikkelijke oorlog vol vernedering en armoede heeft meegemaakt. Cambodja leidt nog steeds onder alles dat kapot is gemaakt. In de bus zien we huizen die precies voldoen aan de beschrijvingen in het boek. Een soort hutten op palen. En toch blijft het onvoorstelbaar wat hier heeft plaatsgevonden.

Na zes uur reden we Phnom Penh (PP) binnen. Bij het uitstappen van de bus was het erg gezellig. Tientallen tuk-tuk chauffeurs wilden ons begroeten. De aardigste bracht ons naar het door ons geselecteerde Guesthouse. Deze was wat "murky" dus gingen we een straatje verder. Het Springs guesthouse leek gisteren geopend, zo nieuw leek alles. hotel-style kamer voor vijf dollar, prima deal! We hadden zelfs een raam met uitzicht. De Lonely Planet deed het goed vandaag, de lunch namen we bij het aanbevolen Mama's restaurant. Niet bijzonder maar wel goedkoop. Daarnaa ontspannen in ons hotel/guesthouse. 60 tv-kanalen ook nog! Door de late lunch en de warmte beslotenwe te dineren bij de Big A, een begrip in PP. Tegen de warmte hadden ze airco en tegen de kleine trek hadden ze een imitatie Big Mac (eigenlijk een Small Mac). Weer was westers eten teleurstellend, morgen weer gewoon lekker rijst.

Einde van dag 48, de dag dat we in een hele grote bus zaten en dus heel veel voorrang hadden op de weg. Continu toeterend baande de Mekong Express zich over de weg, twee baans of misschien is anderhalfbaans een betere benadering.


Zaterdag 7 januari 2006, dag 49

Voor achten waren we al op, hadden we al ontbeten en waren we ook nog van kamer gewisseld. We hebben nu een identieke kamer, maar dan met airco. Dat is relatief gezien een dure grap, de kamer kost twee keer zo veel. cambodja is niet gezegend met olievelden zoals sommige omringende landen. Hierdoor is stroom, die hier opgewekt wordt uit olie, erg duur. De stijgende olieprijzen hebben hier geresulteerd in een prijsstijging van electriciteit van 25%. Dit zal ongetwijfeld zwaar zijn voor veel gezinnen hier. Hoewel er ook gezinnen zijn die het niets zal interesseren aangezien ze geen stroom hebben. Maar wel lekker zo'n airco kamer, zeker aangezien we ons nog niet helemaal goed voelen.

Maar goed, we waren dus vroeg op pad. De zon was nog niet zo warm, een prima gelegenheid om wat door PP te wandelen. Eerst troffen we het Independence monument.

Dit ding is gebouwd voor:
1) het feit dat ze van de fransen af zijn
2) het feit dat ze van het terroristische bewind van Pol Pot's Khmer Rouge af zijn (hoewel die ondergronds nog wel actief zijn)

Het monument is een kopie van één van de torens van (hoe kan het ook anders) Angkor
Wat. Vlak bij het Independence monument staat het Cambodja en Vietnam monument.


De Cambodjanen hebben een haat-liefde verhouding met hun buren. wij vermoeden dat dit monument er toch staat omdat Vietnam uiteindelijk Cambodja heeft bevreid van de Khmer Rouge. Trouwens, die haat-liefde verhouding geldt ook voor Thailand, maar die betrekkingen staan een beetje onder druk de laatste tijd. Veel Thais zijn van mening dat Angkor Wat eigenlijk aan Thailand toebehoort (vraag ons niet waarom). Vrij recentelijk, om prercies te zijn in januari 2003, deed zelfs een zeer bekende thaise soapster deze uitspraak. Dit veroorzaakte nogal wat onrust in Phnom Penh. Dat wat betreft de ruzie met de buren.
Ondertussen liepen wij langs de Mekong. Bij een tempel ontdekten wij dat Cambodjanen het nodig vinden om vogeltjes vrij te laten boven de Mekong. Met vrijlaten is natuurlijk niet zo veel mis, maar die vogeltjes worden hier wel speciaal voor gevangen. Met ontzettend veel vogeltjes opgepakt in veel te kleine kooitjes stonden ze vol in de zon. Triest. Sommigen waren zo gestrest en/of uitgeput dat ze meteen de Mekong in stortten. Sanne was behoorlijk pissig toen ook haar een kooitje aangeboden werd.


Na een ontbijtje bij de rivier liepen we nog wat verder door PP. Slenteren ook wel genoemd. We kwamen al snel bij Wat Phnom. Uiteindelijk is Phnom Penh vernoemd naar deze tempel. Mevrouw Penh woonde lang geleden op deze berg (berg is Phnom). Ze vond vier Budha beeldjes in de rivier. Ze zette de Budha's op de berg, en van het één kwam het ander. In de loop der tijd ontwikkelde deze berg zich tot een belangrijke religieuze plek. Omdat deze plek van religieus en historisch belang is, komen er veel touristen en heeft men meteen maar besloten een entree te heffen. Daar hebben wij wat moeite mee (niet met die dollar, maar wel met entree heffen voor een tempel). Dus bekeken we de berg alleen vanaf beneden.

Daarna bezochten we het nationaal Musuem. Sanne ging nog met haar sandalen in een bak rijst staan. Lekker genant. Aan de andere kant was het het onvermijdelijk dat het eens zou gebeuren. Overal droogt men "restjes" rijst, gewoon op de stoep. We zijn er nog niet achter waarom, maar voor je het weet sta je dus met je voeten in een bak rijst.

Het museum was een toppertje. Veel stukken steen uit de Angkor periode, waar onder de prachtigste Budha beelden. Zelfs wij als leken konden de schoonheid van deze stukken inzien. Maar tot onze schrik kwamen er twee busladingen nederlanders het museum binnen stampen. Vergezeld van een enorm lawaai werd de stilte en daarmee de sfeer in het museum veranderd naar die van een bruine kroeg in de Jordaan op vrijdag middag. Toen één fluim ook nog even de tieten van een beeld moest voelen fluisterde Sanne: "niet praten, anders denken ze dat we nederlanders zijn". Het voordeel van dit soort groepen is dat ze als een razende door het museum stormen. In no time waren ze ons ruimschoods gepasseerd en konden we in alle rust onze weg vervolgen.

Omdat het 's middags toch wel erg warm wordt in PP hadden we besloten die middag een "pauze" in te lassen in onze airco kamer, met stokbrood, Vache Qui Rit, thee en 60 tv-kanalen. Van deze 60 zenden er minstens twee continu vechtsporten uit. Thai boxen, free fighting, alles eigenlijk (ook dat met die acteurs). Toen de "killer-time" voorbij was, aten we india's en deden we wat Internet. Sanne deed even twee uurtjes met MSN met Heske, onze katten zijn nog steeds heel lief.

Einde van dag 49, de dag dat Edward bij de Indier werd aangevallen door een sprinkhaan, die zijn fel groene t-shirt blijkbaar aanzag voor een lekker blaadje. De Indier lachte zich rot toen die domme hollander half in paniek raakte. Uiteindelijk redde hij Edward door de sprinkhaan simpelweg op te pakken en naar buiten te gooien. Conclusie: nog geen Globetrotters.

Zondag 8 januari 2006, dag 50

De 50 ste dag, de kop is er af! Of eigenlijk ook niet. Na 50 dagen is het nog steeds vreemd om op reis te zijn. Niet elk moment, maar soms besef je je (gelukkig) dat reizen niet voelt als iets allerdaags. Dag 50 was immers een bijzondere dag, we zouden namelijk een bezoek brengen aan het Royal Palace, het optrekje van de koning zeg maar. Omdat hij natuurlijk ook behoorlijk wat tempel-toestanden bij zijn huisje heeft, waren we redelijk decent gekleed. Opvallend was dat veel touristen de Lonely Planet niet hadden gelezen. De T-shirt handel draaide overuren. Geen foto's trouwens, voor een camera moesten extra dollars neergelegd worden. We blijven nederlanders natuurlijk. Edward wilde nog wel een camera meesmokkelen, maar Sanne kon niet liegen waardoor de camera opgeborgen werd in een kluisje. Hoogtepunt was wat ons betreft de Throne hall. Veel blinkend goud en een 60 meter hoge toren geinspireerd op de Bayon. Verder was de Zilveren Pagoda het vermelden waard. Wat nou marmer op de vloer? 5000 zilveren stoeptegels! Vreemd genoeg heeft de Khmer Rouge de zelveren Pagode niet leeggeroofd. Dit om de buitenwereld te laten zien dat het cultureel erfgoed van Cambodja behouden werd. Sanne vond de throne hall echter mooier (voorkeur goud boven zilver, hmmmmm).

Omdat we nog steeds last hadden van maag en darmen lasten we een "hygiene-dag" in. Daarom goed ingeslagen bij een westerse supermarkt (de Lucky natuurlijk, da's de beste). Later kwam ook de Meniere nog om de hoek kijken, waardoor we de rest van de dag niet veel deden. Behalve twee films kijken dan, waar onder Waterboy. De film die Edward altijd al had willen huren bij de Videoland.

Einde van dag 50, de dag dat Sanne een borsteltje voor haar voeten kocht, van het merk Luffa. Hiermee werden de voetjes geschrubt. Beiden weer witte poten, uniek in dit stoffige land.

0 Comments:

Post a Comment

<< Home