Saturday, March 18, 2006

5 - 9 maart 2006 - Meer Ha Noi

Zondag 5 maart, dag 106

En klaar weer met die lente. Zoals de laatste week was er gewoon weer een grauwe bewolking met af en toe een bui. En een heerlijk groot bed, en een eigen koelkast met koude drankjes, en een supermarkt om de hoek en ook nog Star Movie op TV.


En dan ook natuurlijk nog de wereld aan heerlijke eet-tentjes in de buurt voor die momenten dat de zogenaamde inwendige mens ook verzorgd moet worden. Het deed een beetje denken aan weekend in Amsterdam. Lekker rustig aan en dat kon Sanne's Meniere prima waarderen. En ook zoals een dag in Amsterdam was de dag voorbij voor we het wisten. Jammer dat dit effect niet weggaat tijdens het reizen. Eigenlijk hadden we dat wel verwacht.


Einde van dag 106, de dag dat we nog steeds geen nieuw nichtje kregen. Lotte stuurt wel heel aardig iedere dag een SMS met het bericht: "kruimeltje heeft er nog steeds geen zin in". Hoe meer SMS-jes hoe meer gespannen we zijn als het SMS-piepje weer gaat. Sanne draagt haar mobiel nu 24 uur per dag bij zich. We vragen ons nu wel af wat we moeten doen als ... geboren wordt. We kunnen niet in de auto springen, of eigenlijk kunnen we helemaal niets behalve bellen en gespannen wachten op de berichten uit nederland. Anyway, Sanne vindt het een echte Meulemans actie van ons nog te geboren worden neefje ;-)


Maandag 6 maart 2006, dag 107

6 maart, altijd een bijzondere dag. Zo was er 6 maart 1998. Edward was op een romantische gala date, maar toen sprong er opeens een ander meisje op zijn rug, te weten Sanne. En dat vonden ze allebei erg leuk. En acht jaar later gingen die twee op wereldreis. Om een lang verhaal kort te maken.

Ook in 2006 was 6 maart een mooie dag. Het personeel van het Prince II hotel was er ook achter gekomen dat wij tegen een veel te lage prijs in het Penthouse vertoefden. Toen men vriendelijk verzocht een verdieping te zakken (er bleek een reservering voor het penthouse), kozen we er voor niet al te veel weerstand te bieden. Dit werd erg gewaardeerd en we kregen zonder daar om gevraagd te hebben nog een extra korting van maarliefst één dollar. Daarnaast werd kamer 501 nog even her-ingericht, speciaal naar onze wensen.


Na deze verhuizing (5 minuten) en een ontbijt (10 minuten) liepen we nog even langs de Thaise ambassade. In principe is een visum gratis aan de grens te verkrijgen, maar met onze ingewikkelde plannen zou een langer (multiple entry) visum handig zijn. Hiermee zouden we een "visum run" kunnen voorkomen (lees: ga met de bus naar de grens van Burma, Laos of Cambodja, verlaat Thailand, ga niet het betreffende land in maar ga Thailand weer binnen voor een nieuw gratis visum. Oftwel een niet al te leuke dagbesteding). Maar het door ons gewenste visum blijkt niet te bestaan. Later maar eens uitzoeken hoe we dit gaan oplossen.

Maar wat wel belangrijk was, we maakten een bezoek aan de Temple of Literature. Zo tussen 1442 en 1778 fungeerde deze tempel als universiteit en studeerden hier 116 man. Hiervan legden 82 met succes het examen af. Dit wordt in Vietnam gezien als bedroevend, maar met een slagingspercentage van 70 procent deden ze het toen al beter dan die lamzakken van een studenten in nederland (met name in Groningen). Maar daar moet wel bij gezegd worden dat de temple of literature een erg inspirerende omgeving geweest moet zijn om een (studie) boek ter hand te nemen. De fraai aangelegde tempel voorzien van een heerlijke tuin en verkoelende baden vormen een oase van rust in de drukke stad.




En bovendien zit het Koto restaurant er tegenover. Weer zo'n tent die straatkinderen opleidt, dus goed. Heerlijk gegeten ook. Goed concept, bijna failliet gaan zonder er een naar gevoel aan over te houden.


De cyclo chauffeur vond dat hij ook wel een graantje mee kon pikken en vroeg een tien-voudige prijs voor een ritje. Lekker gelopen dus.

Einde van dag 107, de dag dat Edward werd aangevallen door een waslijn.


Dinsdag 7 maart 2006, dag 108

Vandaag gingen we op bezoek bij Ho Chi Minh, voor vietnamesen Ome Ho. Geheel tegen zijn zin - ome Ho's laatste wens was een eenvoudige crematie - hebben ze hem bevroren en nu ligt hij 9 maanden per jaar opgebaard in een mausoleum in Hanoi. De andere drie maanden verblijft hij in Rusland voor onderhoud aan het lichaam. Maar vandaag was hij dus thuis en bezochten we hem. We melden dit wel heel luchtig, maar voor vietnamesen is een bezoek aan Ho Chi Minh een emotionele zaak.


En aan de beveiliging te zien moet je hier ook geen grappen uithalen. Wij kunnen niet begrijpen hoe je ome Ho nog kwaad zou kunnen doen, maar toch was de beveiliging niet van de lucht. Niets mocht mee naar binnen en er waren metaaldetectoren en scanapparatuur. Het enorme pak(je) reserve-dollars in Edward's secret pocket waren voldoende aanleiding om hem nog even uit de rij te pikken. Maar ironisch genoeg mocht (americaans) geld als enige wel mee naar binnen bij deze communist. Na enkele minuten in de rij gewacht te hebben, stonden we voor het lichaam van de oude man. Spierwit, maar toch zag hij er sympatiek uit. En natuurlijk was is er een gek geweest die het wel gelukt is een fotocamera mee naar binnen te smokkelen en een foto op het internet heeft geplaatst. In no time stonden we weer buiten en wandelden wat langs het oude "palenhuis" waar ome Ho nog een tijdje gewoond heeft (maar nooit thuis was). Ook zagen we het presidentieel paleis. Ho Chi Minh is nog mateloos populair. Dit is niet vreemd, want hij is gepositioneerd als een man van het volk, die in een "normaal" huis woonde, dagelijks zijn vissen voerde, werkte in zijn groentetuin en tijdens de oorlog aanwezig was aan het front. Net als de soldaten sliep hij in een eenvoudige tent en zorgde voor de bevrijding van Zuid Vietnam (hoewel hij reeds overleden was toen de tanks Saigon binnenreden).

Weer veel gedoe met de taxi chauffeurs. Één van de meest doortastende truck waarmee ze je geld proberen afhandig te maken is de truck met biljetten van 5.000 en 20.000 dong. Deze zijn beiden blauw en voor een toerist lijken ze best op elkaar. Men geeft je het wisselgeld terug in beide briefjes, maar dan zodat het lijkt of alle biljetten van 20.000 zijn. Daarnaast nog heel veel muntjes om de chaos compleet te maken. En om je nog een beetje op te jagen staat hij net op een plek waar hij snel weer weg moet. Briljant bedacht, maar na al die weken in Vietnam zijn wij veel te achterdochtig om hier in te trappen. Zijn collega deed het veel slimmer, die zette gewoon de meter op een dubbel tarief en reed "per ongeluk" een blokje om. Hier hadden we niet van terug, behalve een boze blik in zijn richting.

En op die dag konden we het niet meer opbrengen om aardig te blijven toen de 387ste postkaartverkoper ons voor de tweede keer binnen vijf minuten benaderde met zijn handelswaar. Hij werd afgeblaft: "YOU ALREADY ASKED US AND THE ANSWER WAS NO!!!!!!". Met de staart tussen de benen droop hij af. Hij zat ook nog in een rolstoel om het extra zielig te maken.

Einde van dag 108, de dag dat Edward voor het eerst in Vietnam dichte schoenen droeg (die lelijke poema's van hem). Binnen vijftien meter van het hotel: "Sir, do you want shoe shine?".



Woensdag 8 maart 2006, dag 109

Zeven uur 's ochtends en huize Globetrotter (in spé) lag, geheel tegen vietnamese traditie in, nog in diepe rust. En toen ging de telefoon. Ons nichtje is geboren! Ze heet Lieke en alles zit er aan. Sanne moest huilen van geluk en van verder slapen was natuurlijk geen sprake. Wat een feest! De dag werd besteed aan het fabriceren van een felicitatie voor Lieke en een aandenken.


Deze gingen meteen op de post en daarna was er natuurlijk een feestelijk taartje om ons geluk te vieren. Daar zaten we dan met een flink stuk taart aan het Hoan Kiem lake.


Blij,maar veel te ver weg natuurlijk. Konden we maar even bij ons nichtje zijn.
Op deze bijzondere dag was het ook voor de vietnamesen een speciale dag. Iedereen was in de weer met bloemen, want het was nationale vrouwen dag. Goede timing Lieke, nu begrijpen we waarom het zo lang duurde.


Naast het knutselgedrag van Sanne maakte Edward nog een wandelingetje door het "vredige" Hanoi. Het grootste risico dat je hierbij neemt is dat je aangereden wordt door een brommer. Verder zijn de vietnamesen in de waan dat de straten van Hanoi vol dieven en bandieten zijn, maar wij hebben nog niemand ontmoet die bestolen is. Valt wel mee denken wij.

Als er in Vietnam iets te vieren is, bijvoorbeeld in het geval van een trouwerij, is de organisatie erg praktisch. Gewoon een enorme tent voor je huis plaatsen, stoelen er in en heel veel drank schenken (en ook belangrijk: veel eten aan laten rukken).

Verder zag Edward naast het gebruikelijke Pagoda-, Tempel- en Standbeeld-werk, ook een straat met alleen maar Whisky winkels. Daar schrijft de Lonely Planet dan weer niet over, een onvergevelijke fout natuurlijk. Voor geinteresseerden: de naam van de straat is Nguyen Van To, vlak bij dat marktje op de hoek.


De rest van de dag werd wat onrustig doorgebracht. We zaten eigenlijk gewoon te wachten. Te wachten tot Lieke haar intrede zou maken op het world wide web. Natuurlijk wilden we haar bewonderen en weten hoe het met haar ging. Toen we 's avonds Lieke nog niet gezien hadden gingen we bij gebrek aan Lieke maar aan de Bia Hoi. We proostten op.... Lieke!


Einde van dag 109, de dag dat we hoorden dat Lieke geboren is.



Donderdag 9 maart 2006, dag 110

De laatste dag in Vietnam, alwaar we 46 dagen verbleven.

Het land waar we ons, zelfs na ons bezoek aan Cambodja, nog konden verbazen over het verkeer. Met name het oversteken leek op de eerste dag op zelfmoord, maar vandaag manouvreren we met zelfvertrouwen van de ene naar de andere kant van de straat.
Regel één is hierbij: Langzaam! Ondanks de hoeveelheid verkeer (lees brommers) gewoon de straat oplopen en heel langzaam voortbewegen. De brommers doen de rest en weten je altijd te ontwijken. Behalve als je in paniek raakt en terug gaat of sneller gaat lopen. Niet doen dus. Als je echt in paniek raakt dan steek je je hand in de lucht. In dat geval besteden de brommers extra aandacht aan het ontwijken van jouw persoon. Maar oversteken met je hand in de lucht is dus voor mietjes. Wat wel stoer is, is toeteren. Dit mag altijd en overal, liefst als het niet nodig is. Hierdoor is het effect van de claxon nihil en moet er nog meer getoeterd worden om enigszins aandacht te krijgen. Zelfs wij schonken op deze dagh nauwelijks aandacht aan het getoeter.



Verder was Vietnam het land van de Springrolls (geen grap), maar vooral van het bier. Het kan niet anders zijn dat bier de meest gedronken drank is in Vietnam, gevolgd door thee.


En dan waren er de aggressieve verkopers en kleine oplichters. Het oplichten van een toerist is legitiem. Gezien het verschil in inkomen tussen de gemiddelde toerist en een gemiddelde straatverkoper kan je het ze soms amper kwalijk nemen. Echter, deze kleine "criminaliteit" zou dit zou wel eens negatief kunnen uitpakken voor het toerisme. De markt waar ze nu net hun geld proberen te verdienen.


Ook was Vietnam het land waar mensen vroeg opstaan, al dan niet geholpen door de overheid. De luidsprekers in de straten zonden vooral 's morgens vroeg hun "mededelingen" uit. Vroeg op om de warmte voor te zijn, zou je denken. Maar ook in het koude noorden was iedereen vroeg op.

En Vietnam was het land waar de overheid haar onderdanen ongegeneerd betuttelt. Overal bilboards met informatie hoe de burger zich dient te gedragen en luidsprekers aan lantarenpalen met soortgelijke mededelingen (hebben we ons laten vertellen, we konden niet alles helemaal volgen, het betrof wel meestal een sympatiek klinkende dame). Zo pleitte de overheid een keer 's morgens om zes uur voor geboortebeperking. Advies van onze kant: doe dat dan weer 's avonds! En besteed eens wat zendtijd aan het voorkomen van hetb lastig vallen van toeristen!



Vietnam was ook het land van de schitterende tempels, pagoda's, tombes en meer van dat soort spul. Zoveel rijkdom op cultureel gebied, voor ons zelfs veel te veel om allemaal te bekijken.




En Vietnam was het land waar zich nog zeer recentelijk een verschrikkelijke oorlog plaats vond (boekentip: The girl in the picture van Denise Chong). We zagen plekken waar Amerikaanse bommen dikke kraters hadden achtergelaten, ironisch genoeg soms naast de historische tempels.


We zagen dat Vietnam nog steeds veel arme mensen kent, maar dat wel (bijna) iedereen zijn bordje rijst heeft. Sterker nog: Vietnam is de zevende exporteur ter wereld op het gebied van voedsel. Weten we ook weer waar onze Lassie toverrijst vandaan komt. We leerden ook een heel klein beetje over de oorlog, hoewel het een ingewikkeld verhaal blijft. We hadden niet verwacht dat de bevolking in het Zuiden zoveel sympatie zou hebben voor de Viet Cong. Velen waren niet aanhanger van de communisten of de amerikanen, maar wilden alleen dat de oorlog zo snel mogelijk stopte en dat men zelf zo min mogelijk "last" van de oorlog had. Sommigen uitten overdag sympatie voor het leger van Zuid Vietnam en gaven 's nachts voedsel aan de Viet Cong. In 2006 is de oorlog nog steeds een actueel onderwerp, al is het alleen maar omdat Vietnam nog steeds vol explosieven ligt en erg veel oorlogs-invaliden kent.



Maar gelukkig is er in ieder geval voldoende voedsel en heel veel bier. De vietnamesen zuipen erg veel en drinken daarnaast artisjokkenthee om hun lever weer enigszins te herstellen. Ja, op culinair gebied was Vietnam een topper. We aten naast Springrolls o.a. Ook pannekoekjes ingepakt in rijstpapier, wonton, cao lau (speciale noodles), Pho (noodle soup) en met vlagen briljante fried rice volgens vietnamees recept.





En als afsluiter: Vietnam was het land van de lokale bieren en de Bia Hoi. De B.e.e.r.-index loopt over...


Einde van dag 110, einde van Vietnam.

0 Comments:

Post a Comment

<< Home