Sunday, July 30, 2006

7 - 8 juli - Kota Bharu

Vrijdag 7 juli 2006, dag 230

Vandaag gingen we weer eens wat reizen. Kijken hoe dat gaat. We hadden weer zo'n vlucht geboekt die niets mocht kosten bij onze vrienden van Air Asia. Eigen ontbijtje mee dan maar, want we vlogen om een uur of acht in de morgen. Omdat het dus bijna niets kostte, ging de vlucht ook niet naar onze eindbestemming, de Perhentian eilanden in Maleisi?. Nu is er op die eilanden ook geen vliegveld, dus kunnen we Air Asia ook nauwelijks iets kwalijk nemen. Wij vlogen op Hat Yai, in het zuiden van Thailand. Nog wel een stukje van ons doel, maar wel een flink stuk in de goede richting. Afijn, we waren vroeg op en alles ging voorspoedig. De taxi chauffeur zette met een lach zijn meter aan, geen rij bij het inchecken en het vliegtuig zat half leeg zodat we lekker de ruimte hadden. Na enkele weken Koh Samui en Bangkok was het een opmerkelijke constatering om weer eens de enige niet-Aziaat in het vliegtuig te zijn. Nu spreekt Hat Yai ook niet erg tot de verbeelding als het gaat om een zorgenloze vakantie, enkele weken geleden zijn hier nog 40 bomaanslagen gepleegd. Maar nu is het veilig, aldus de Thaise mensen bij wie we informeerden. Onder het motto: "in Amsterdam kan je ook onder een tram komen" reisden we dus naar Hat Yai en daar aangekomen was natuurlijk niets te zien van al dat zinloze geweld (zo'n extremist staat je natuurlijk niet op te wachten op het vliegveld). Het reizen ging trouwens prima, dus besloten we meteen maar door te reizen naar Sungai Kolok het plaatsje aan de Maleisische grens zeg maar. Na wat geklets over de prijs (van 400 naar 250 bath (Eur 5,50), slechts 100 bath boven de normale prijs) en een kom noodle soep (25 bath, Eur 0,55 cent) konden we om 11 uur een minibus pakken. Een reisje van zo'n 230 kilometer, waar je in Thailand nog geen vier uur over doet, inclusief de lunchpauze van de chauffeur natuurlijk. Veel snelwegen dus, prima. Onderweg harde muziek van het caliber Ketchup Song. Een vrolijke reis dus. Althans zo leek het tot we na een half uurtje de eerste roadblock tegen kwamen. Inclusief mannen met geladen geweren. Na een strenge blik in de bus mochten we verder. Naarmate we dichter bij de grens kwamen zagen we steeds meer roadblocks en mannen met geweren langs de kant van de weg. De sfeer was dus een beetje grimmig, om het zo maar eens uit te drukken.


En we zagen ook steeds meer hoofddoeken en Moskee's. Uiteindelijk zouden we aanbelanden in Kota Bharu (Maleisi?), één van de Islamitische bolwerken in deze regio.

Maar zo ver was het nog niet, eerst moesten we nog de grens over en de laatste 40 kilometen afleggen naar dit plaatsje. De grensovergang was weer genieten. Het lijkt zo simpel. Driehonderd meter lopen, dan iets met stempels enzo, tenslotte weer 300 meter lopen en klaar. Zeker deze overgang was een eitje want Maleisi? en Thailand doen absoluut niet moeilijk over stempels en er zijn geen vreemde bedragen die je al dan niet zou moeten betalen. Over land bespaar je zelfs die 500 bath exit belasting, ook weer in de pocket! Wat was dan wel het probleem? Nou, al met al duurt de hele operatie toch wel een half uurtje. Stukje lopen, stempeltje hier, formuliertje daar. Allemaal net te kort om je veel te zware rugzak van 15 kilo af te doen. Tel daar bij dat het zo ergens tussen de 35 en 40 graden was en voila, we waren soaked tijdens onze entree in Maleisi?.


Maar we waren dan wel weer in Maleisi?, het land waar ze je meteen een stempel voor drie maanden in je paspoort knallen, hulde! Hoe verder naar Kota Bharu? In principe waren we er wel een beetje klaar mee, dus gingen we eens kijken wat de taxi chauffeurs te bieden hadden. Nou, vrolijke jongens hoor. We herinnerden ons op eens waar we ons taxi-chauffeur-fobie hadden opgelopen. In dit land was het, zo'n zeven maanden geleden om precies te zijn. Gelukkig reed na verloop van tijd de bus naar Kota Bahru voor, toedeledoki! Binnen een uur waren we er en we vonden het KB Backpackers Hostel op zo'n twintig meter van het busstation. Maar eens zonder airco proberen, kijken hoe dat gaat na onze luxe periode. 20 Ringit voor een kamer (zo'n 4 en een halve euro), dat zijn prima prijzen! Maar het comfort was helaas ook naar beneden aangepast.

Afijn, al met al een flink stuk afgelegd, we hebben nog slechts een rit per shared taxi en een boottocht van een uur voor de boeg voor we op de Perhentian Eilanden zijn. We blijven echter eerst een tijdje hier om Kota Bharu eens te bekijken. Maar deze avond kwamen we niet verder dan de pinautomaat en de Pizza Hut.

Einde van dag 230, de dag dat het afgelopen was met het drinken van Chang bier. Alcohol is hier moeilijk verkrijgbaar en zowaar nog duurder als op het Rembrand Plein. Maar van zo'n reis krijg je wel dorst waardoor Edward iets erg opmerkelijks deed: hij bestelde een pitcher cola. How low can you go?




Zaterdag 8 juli 2006, dag 231

Wel weer even wennen, zo'n budget tent. En zo zonder airco was ook even wennen. Gevoelsmatig is het ook wat warmer dan in Bangkok. Ach weet je wat? Voor tien Ringit meer (euro knaakje) gaat de airco aan, doe ons dat maar!

Langzaam maar zeker beginnen we alle kleine dingen tijdens ons eerste bezoek aan Maleisi? weer te herinneren. Zo zijn er in dit land de grote supermarkten die o.a. kaas verkopen. Het ontbijt stond daarom onontstotelijk vast: eigen catering! Lekkere broodjes, kaas, yoghurt, koffie, thee en natuurlijk fruit. En dat alles op het comfortabele dakterras van het guesthouse. Tevens was er op het dak sprake van een zogenaamd "verkoelend briesje". Prima, het dakterras was ons ding gedurende het begin van de dag. Het verhaal van de vredige vogelgeluiden kent twee versies. Versie 1, de versie van Edward is dat het een bandje met roofvogelgeluiden betreft om de vogels weg te jagen uit de naast gelegen zendmast. Versie 2 (Sanne) is iets aannemelijker. Het betreft het briljante idee dat de vogelgeluiden gemaakt worden door vogels. Feit is dat deze vredige geluiden de hele dag te horen waren op dat dakterras.

Kota Bharu is volgens de Lonely Planet één van de highlights van Maleisi?, maar toch kon dit stadje ons niet erg boeien. Veel winkels, dat wel. Da's handig, maar niet echt ons ding eigenlijk. Geen uitgebreid verslag over dit stadje daarom.

Einde van dag 231, de dag dat Edward zich aanstelde en zo nodig een stadswandeling moest maken op het heetst van de dag. Niet echt slim, maar het kan altijd gekker...




Tevens einde van Kota Bharu, reistips:
Sla goed in bij de supermarkt en reis vervolgens door naar de Perhentian Eilanden, alwaar alles veel duurder en mooier is.

0 Comments:

Post a Comment

<< Home