Wednesday, August 02, 2006

9 - 17 juli 2006 - Long Beach / Perhentian Islands

Zondag 9 juli 2006, dag 233

Wat is er aan de hand? De twee Globetrotters in Spé zaten een beetje mokkend te zuchten en te steunen op één van de mooiste stranden die ze ooit gezien hadden. Hier klopt iets duidelijk niet. Was was er mis? Tja, ze wisten het zelf ook niet. Even snorkelen dan maar? Vlak voor de bungalow lag een koraalrif met prima spul, zo zagen ze bijvoorbeeld clownvisjes die vrolijk a la Nemo in de Anemonen zwommen.


Dat was dan wel weer leuk. WEL WEER LEUK???????? JE ZIET CLOWNVISSEN EN JE VINDT HET "WEL LEUK"??????????? Meteen terug naar de kantoortuin sturen die twee, wat een ondankbaar volk!

Er was dus iets goed mis, dat hadden de twee Globetrotters in Spé dan zelf gelukkig ook wel weer in de gaten. Hoe kan het zo zijn dat je op één van de mooiste stranden niet 101% kan genieten? Hebben we te veel van dit soort eilanden gezien? Onwaarschijnlijk! Wellicht wordt het reizen op zich wat te gewoon, waardoor de minder confortabele aspecten van het reizen wat dominanter worden. Vanmorgen was er weer eens zo'n "huisjesjacht", een niet onbekend verschijnsel op dit soort stranden. Een grote groep toeristen komt tegelijkertijd op een strand met te weinig huisjes. Ook hier op Perhentian was sprake van een wat overspannen markt. Eerste park vol, tweede park vol, derde park heeft één huisje maar schandalig duur en uiteindelijk eindig je in een huisje waar de honden geen brood van lusten, maar de kakkerlakken dan weer wel. En dan hadden we nog geluk dat we er vroeg waren, om 10.00 waren we al op jacht. We hadden dus nog een huisje met een ventilator, diegenen die na ons kwamen moesten het zonder doen. Wel lekker goedkoop zo'n krot en we genoten bij voorbaat al van de "spiraal tatoo's" van morgenochtend. Je weet wel, zo'n ouderwets matras met van die spriralen. En als het dan versleten is, het nog een jaar of 15 gebruiken. Zo voelde het matras dus. Maar dat was nog het minst erge, de geur was nog vervelender. Morgen vroeg maar weer verder zoeken (waardoor de nieuwe lading weer voor een vol huisjespark staat), nu hebben we tenminste wat.

Zo kwam het dat de sfeer er niet bepaald in zat. Na wat kletsen en wat analyseren kwamen we tot de conclusie dat we dit zeven maanden geleden veel minder erg zouden vinden, sterker nog: het was toen zelfs wel een spannende tijdsbesteding. Oftewel, het is steeds vervelender om telkens weer je (te veel, maar ook weer te weinig) spullen in je tas te pakken en op zoek te gaan naar een nieuw onderkomen. Een nieuw onderkomen op een interessante plek, maar altijd een plek die een half jaar geleden interessanter geweest zou zijn. Tja, wat doe je er aan? Laten we nu net met het plan spelen om onze reisplannen weer eens aan te passen! In plaats van Indonesië als volgende bestemming zitten we nu te denken aan Nieuw Zeeland. En wat is DE manier om door het land van de Kiwi's te reizen? Met een camper natuurlijk. De Globetrotters in Spé zagen het helemaal zitten. Een eigen "huisje" en 's morgens lekker je eigen eitje bakken. En dan een beetje rondtuffen met je eigen "huis" in een land waarnaar iedereen die er geweest is zegt "heimwee" te hebben. Dat gaan we doen!!!

En daarna gaven we ons zelf een "schop onder de kont". Want laten we wel wezen, het feit dat we de Perhentian Eilanden kunnen bezoeken is uniek. Het is één van de mooiste natuurgebieden van Azië. Al snorkelend zijn de schitterendste wezens nog te spotten, waar onder haaien en schildpadden. De bossen lenen zich voor schitterende wandelingen met nog meer levend spul, de zee is azuurblauw en er zijn nog vele maagdelijke stranden om op te liggen na het snorkelen. En natuurlijk zijn er de meest schitterende dive-sites, waar onder een wrak van een transport schip op zo'n 18 meter. Om een lang verhaal kort te maken: iedere minuut dat je hier kan zijn is een kado'tje dat we met twee handen aanpakken.


Einde van dag 233, de dag dat we op een hagelwit strand zaten en in een kristal heldere zee zwommen.


Maandag 10 juli 2006, dag 234

Het viel mee, we hadden best lekker geslapen en het huisje was niet ingestort door de storm vanacht. Maar het was wel een verademing om op te staan en de frisse lucht op te zoeken. Wat een stank! Gelukkig kwamen er meteen een aantal huisjes vrij in de categorie "niet helemaal een krot". Het matras rook zoals het gemiddelde matras in een low-budget-kamer en er was zelfs een schoon toilet en een douche. En zo weinig muggen dat een klamboe niet nodig was. Ondertussen waren we ook de voordelen van dit park in gaan zien. Het strand op dit stukje is mooi en relatief rustig en er is gratis schaduw van de palmbomen aan het strand. Bovendien ligt het park op tien meter van het koraalrif. Conclusie, we namen de andere kamer en namen ons voor om hier een tijdje te blijven. Kopje koffie op het strand, lekker eitje eten en dan lekker lezen, zwemmen en snorkelen.

Over snorkelen gesproken, we zagen nog één van die vrienden van Sanne's vader, de Titan Triggerfish. Deze was gelukkig niet zo aggressief als de laatste keer dat Edward zo'n beest zag. Sterker nog, hij ging er laf vandoor met zijn trigger naar beneden. Sanne vond er niets aan. "Ik hou niet van vissen die mijn vader aanvallen", aldus Sanne. Verder was het snorkelen hier adembenemend mooi. Goed zicht, veel visjes en papagaaivissen zo groot als een mud aardappelen.

We zagen nog een specimen met erg vreemd gedrag, de Japanner.


Ze stampen met hun gehuurde vinnen op het koraal en het koraal dat nog niet dood is willen ze allemaal aanraken. Daarnaast schreeuwen ze en ze drijven met hun zwemvest en een plastic zakken vol brood en koekjes om vissen te lokken. Wat ze niet weten (of interesseert) is dat ze het natuurlijk evenwicht op zo'n uiterst gevoelig rif verstoren. Één dame wist het zelfs voor elkaar te krijgen om haar plastic tas met koekjes in het water te houden zodat er een grote vis verstikt raakte in de tas. Een exemplaar dat meteen goed toesloeg door haar stekels uit te zetten, pal in de hand van de dame. Dat bloedde best wel en van schrik liet ze het zakje los. Gelukkig zag Sanne het allemaal gebeuren en ze wist met enige moeite te vis te bevrijden uit die benarde positie. Don't do that, beet ze de teneergeslagen vrouw toe. Misschien net wat te aggressief, maar het is ook zo jammer dat dit rif na verloop van tijd naar de kloten zal zijn. Iedere keer dat we er zijn nemen we wat plastic zakjes of ander vuil mee uit de zee, onder het motto: één druppel op een gloeiende plaat is beter dan geen druppel. Bovendien kan je met één zakje al een schildpad redden, die zijn namelijk niet al te snugger en zien geen verschil tussen voedsel en plastic zakjes.

Einde van dag 234, de dag dat we de Naan met kip van de BBQ en indiase curry ontdekten. Nu gaan we hier helemaal nooit meer weg!


Dinsdag 11 juli 2006, dag 235

Het genieten begint steeds grotere vormen aan te nemen. Waar we aanvankelijk dachten: "hoe kunnen we in godsnaam voorkomen dat we ons gaan vervelen", zitten we nu helemaal in de Perhentian-modus. Genieten van het weinige dat hier is. Want wat hier dan is, is dan ook weer schitterend. Te lezen: zee, strand, zon, snorkelen/duiken en eten. En geen alcohol!


Over dat snorkelen gesproken, dit was de dag dat Edward weer oog in oog zwom met een Black Tip Shark, dit maal een exemplaar van misschien wel drie meter. Het begon zo onverwacht. Helemaal alleen snorkelde hij vrolijk wat rond bij het huisjespark, je weet wel: papagaaivisje hier, clownvisje daar. Lekker onschuldig en lekker nieuwsgierig rondsnuffelen op het rif. Telkens een stukje verder. Een vrolijke boel onderwater dus, maar opeens schoten er een aantal forse vissen weg alsof ze ergens van schrokken. En ja hoor, het bleek dat ze het beoogde voer van deze haai waren. Edward voelde zich precies zoals zijn kat Puk zich ook altijd voelt, een innerlijke strijd tussen angst en nieuwsgierigheid. Het verstand vertelde hem nog: dat beest valt nooit mensen aan. Dus maar eens achter die haai aan zwemmen en al snel kwam hij weer in beeld. Hij schoot naar boven richting de kust en was duidelijk op jacht. Toen maakte hij een krachtige bocht waardoor hij oog in oog kwam met de dappere snorkelaar.


Tot dat moment dan, net als bij Puk kan de nieuwsgierigheid binnen een seconde omslaan in angst. Net als Puk sprintte hij instinctief naar een veilige plek. Waar Puk steevast dat plekje achter de verwarming verkiest, koos Edward instinctief voor de kust. Maar ook daar was het niet pluis want met zijn blik richting die haai, zwom hij zonder dat hij er erg in had rechtstreeks op een Triggerfish af. Deze zijn net als die haai ongevaarlijk, maar deze wezens vallen soms wel aan. Dat was wederom schrikken, maar gelukkig was deze Triggerfish lekker aan het knabbelen. Voor die beesten geldt het zelfde als voor mensen, met een lekker hapje voor je neus heb je geen behoefte om te vechten. Afijn, toen Edward zijn zenuwen weer onder controle had kwam hij tot de conclusie dat hij wel genoeg zwemmend spul gezien had vandaag, hoewel hij nog zeker 10 minuten moest zwemmen voor hij veilig op het strand was. Emotieloze reactie van de divemasters bij de duikschool: "Oh, we see those sharks all the time."

Einde van dag 235, de dag dat we een Varaan zagen. Een grote. Een erg grote. Een mega grote!!! Een beest van twee meter wandelde ongestoord door ons huisjespark.

Oh nee, dit was de baby varaan die bij die grote hoorde. Dit was de grote varaan.




Woensdag 12 juli 2006, dag 236

Vandaag maakte Edward zijn eerste duik alhier. Meteen maar naar een top-site: The Temple of the Sea. Nou, dat is een toepasselijke naam. Wat een vis zie je daar zeg! Nog geen paar minuten beneden zag hij al een Star Puffer van anderhalve meter, een Bamboo Shark en een een zooi Inktvissen. Dat begon lekker. Bij wat sterke stroming zakten gingen ze naar 22 meter diepte en zagen er daar eentje die nieuw was voor Edward, de Yellow Boxfish. Grappig klein geel beestje dat vrolijk onder een rots hing.


Mooie duik van 52 minuten bij een comfortabele temperatuur van 30 graden, wat wil je nog meer?.

's Middags maar eens lekker zonnen en eten en koude fruitshakes drinken en slapen en lezen en muziek luisteren en kletsen en snorkelen.

Einde van dag 236, de dag dat we een patroon beginnen te zien dat we herkennen van de Camoron Highlands (zie ergens in December). Iedere avond begint het keihard te regenen en de volgende dag is het weer stralend weer. Hoewel het in de highlands al 's middags begon. Vandaag pas rond een uur of acht 's avonds.


Donderdag 13 juli 2006, dag 237

De Perhentian eilanden zijn net even wat anders dan andere top-eilanden die wij bezocht hebben, te weten Pulau Pangkor, Pulau Langkawi (beiden Maleisie), Koh Chang, Koh Samui en Koh Tao (allen Thailand). Allereerst betreft het hier niet één, maar twee eilanden: Pulau Kecil en Pulau Besar. Omdat dit natuurlijk veel te moeilijk is om te onthouden, worden ze in de volksmond Groot en Klein genoemd. Het kleine eiland is het dichts bebouwd en bevat ook het enige dorpje op de eilanden. Tevens kent Klein het dichtst bevolkte strand, te weten Long Beach. Nou, vergeleken met de stranden op die andere eilanden is het niet zo long als de naam doet vermoeden. In ongeveer zeven minuten loop je van de ene naar de andere kant. En wij kunnen het weten, want momenteel vertoeven wij op dit strand. Daarnaast kennen beide eilanden enkele minder druk bevolkte stranden. Aangezien wij tijd zat hebben zullen we zeker ook zo'n strand gaan bewonen. Verder is er op de Perhentian Eilanden zeker minder activiteit dan op die andere eilanden. Geen wegen en dus ook geen gemotoriseerd verkeer (behalve boten dan), geen Yetski's en slechts één bananenboot. Die laatste hebben we trouwens voor het laatst twee dagen geleden gespot, dus misschien is hij gezonken. Wat wel vergelijkbaar is: er zijn veel duikscholen op de eilanden. En veel duikers. De duikscholen kregen enkele jaren geleden een kado'tje, een vrachtschip van bijna 60 meter vol suiker zonk en kwam terecht op zo'n 18 meter diepte. De duikers zijn er trouwens van overtuigd dat het een verzekeringskwestie was, het schip heeft er dagen over gedaan om naar de bodem te zakken. Dit schijnt verdacht te zijn. Al met al een dive-site die Edward natuurlijk niet gaat missen. Duiken is hier trouwens erg gemakkelijk en erg relax. Een stuk minder georganiseerd dan op andere plekken waar Edward dook. Ze varen met kleine bootjes en de sites zijn nooit verder dan 20 minuten van het strand. Duikers gaan spontaan nog even mee met een duik en je kan zelf bepalen waar je wil duiken, mits je één of twee mede-duikers vindt. Prima! Verder zijn de Perhentian eilanden uniek omdat alles nog duurder is dan op de andere eilanden. Er is geen haven, dus alles moet met kleine bootjes aan land gebracht worden, inclusief de benzine om stroom op te wekken. Een flesje water is hierdoor drie keer zo duur als in de supermarkt aan de wal. En het laatste verschil: waar op de andere eilanden een stevig glas bier gedronken kan worden, moet je hier echt op zoek naar je pilsje met een dik pak geld in je zak in je zak. Lekker aan die fruit-shakes dus! Ook lekker na het spotten van die Turtle.

Qua Ménière gaat het best wel weer goed, in ieder geval stukken beter dan enkele weken geleden. Maar wat weer minder leuk is, Sanne's oor-ontsteking is weer terug. Meteen maar weer de druppels van de vorige keer gebruiken.

Edward maakte vandaag weer een duik, dit maal op een site met de naam Tanjung Basi. Deze site ligt tegen het grote eiland aan en er was veel zicht (20+) en weinig stroming. Een eenvoudige site qua stroming, zicht en navigatie. De oude strategie die Edward op Curacao geleerd had werd hier toegepast. Op 18 meter diepte langs het eiland zwemmen (nogmaal gesproken tegen te stroming in, maar die was hier dus niet) en als je tank half leeg is op een meter of tien terug, en de duik eindigen op 5 meter, da's duiktechnisch handig omdat je bij een duik naar 18 meter normaal gesproken drie minuten op 5 meter blijft hangen om het stikstofgehalte in je bloed te doen dalen (de zgn safety stop). Normaal hang je dan een beetje te hangen, maar nu pakten we dus net even die extra papagaaivissen mee. Het was weer zo'n lekkere lange duik, langer dan een uur. Dit terwijl het aanvankelijk leek alsof het een erg korte duik zou worden. Nadat Edward zich achterover in het water had laten vallen en zijn vest vol lucht liet lopen, hoorde hij een sissend geluid achter zich. Typisch gevalletje van ontsnappende lucht. Daar houden duikers doorgaans niet zo van. Daar gaat mijn duik dacht hij. Het bleek dat het vest (ook wel de BCD genoemd) lek was. In principe niet het meest noodzakelijke attribuut qua veiligheid (tenzij je in hevige stroming op open zee drijft, dan is zo'n vestje vol lucht wellicht wel confortabel). Eenmaal onder water gebruik je het alleen om je drijfvermogen wat aan te passen (beetje lucht in vestje = meer drijfvermogen, beetje minder lucht = iets meer zak vermogen). Weetje wat? Dacht de divemaster, we laten onze duik niet verpesten door zo'n stom vest, ik ga wel zonder! Tenzij Edward het als klant raar zou vinden! Natuurlijk is het raar, je zal maar een duiker tegen komen met alleen een fles bij zich (ze had trouwens ook al geen pak aan). Maar Edward vond het ook wel mooi allemaal. En voor het eerst werd één van die oefeningen uit de Open Water duikcursus ten uitvoer gebracht. Vestje uit en vestje weer aan. Een ander vestje dat niet lek was in dit geval (Edward kan zelfs de maat Small aan, het moet niet gekker worden). Uitslag van dit her-examen: geslaagd, let's dive! Wat zagen we? Big grouper, Cornet fish, Morrish Idle fish, Needle fish, big Parrotfish, Blue Ringed & Six Banded Angelfish, Cristmas Tree, Nudibranch, clown fish, anemone fish, big groups of Yellow tail, Titan trigger fish en ook de Yellow Margin triggerfish.


En we zagen een Bumphead Parrotfish van zo'n anderhalve meter! Over dit type later meer.

En het leukst was misschien wel die ene Yellow boxfish die we weer zagen. Een klein beestje dat ontzettend zenuwachtig lijkt. Hij probeert zich te verstoppen, maar hij is zo fel van kleur dat dit echt onmogelijk is. Prettig beest.

Nog wat technisch geneuzel voor de freaks: dive time 61, bottom time 61, max dept 18, visibility 20+, temperature 30, lead 8 pound (weer eens te veel), air in 200, air out 50.

's Avonds pikten we één van de gebruiken op van ons vorige bezoek aan Maleisië. Tijdens de regen in de avond keken we een film. Het betrof een slappe comedy, heerlijk!

Einde van dag 237, dat we nog even het internet probeerden à bijna 5 euro per uur. Alleen maar even mail checken dan. Maar het was zo traag dat dat zelfs niet lukte. Reden: er was een tyfoon boven Taiwan (?). Nou, als die tyfoon maar niet deze kant op komt, opperde Edward. Maar dat leek de eigenaar van de internetwinkel nu juist wel spannend, de eerste Tyfoon op de Perhentian eilanden. Nou, dan weten wij wel welk internet café als eerste de lucht in gaat!




Vrijdag 14 juli 2006, dag 238

Vrijdag, eindelijk. Bijna weekend!

Eigenlijk valt er niet zo veel te melden over deze dag en dat zullen we dan ook niet doen. Waar werkend Nederland het op vrijdag meestal rustig aan doet, deden wij precies het zelfde. We probeerden wat extra lui te zijn en deden zo min mogelijk. Dat is hier prima te realiseren. Op de Perhentian eilanden gaat het nu eenmaal alleen om essentiele zaken, te weten zon, zee, strand en snorkelen. De bijzaken hebben ze hier weggelaten.

Einde van dag 238, de dag dat de dag dat we het nog steeds niet wisten, was die persoon bij de receptie nu een man of een vrouw?


Zaterdag 15 juli 2006, dag 239

De dag van de Bumphead Parrot vissen. Ze kunnen soms wel anderhalve meter groot worden en soms opereren ze in grote groepen. En zoals een vis betaamt heeft ook de Bumphead Parrotfish soms honger. Net als de gewone parrotfish, die doorgaans veel kleiner is, knabbelen ze in zo'n geval wat koraal naar binnen. En dat gaat er bij die grote jongens niet zachtzinnig aan toe. Als ze zo'n stuk steen aanvallen hoor je KRAK en stukken van centimeters worden van het koraal geknaagd. Op de "rest-stukjes" komen weer allemaal kleinere vissen af, wat een fraai aanzicht verschaft. Rare jongs die Parrot vissen.

Toen Edward zoals gewoonlijk een beetje rondsnorkelde op "ons rif" was hij bijna zo ver om terug te keren. Die triggervis kwam telkens weer terug en ondanks het feit dat er geen sprake was van een "trigger-up"-situatie (trigger op zijn hoofd gaat omhoog als hij aggressief is, net als die dikke staart omhoog bij een kat), was Edward wel klaar met die Triggervis. Nog eeeeeven om het hoekje kijken.... En toen zag hij zo'n Bumphead Parrotfish. Mooi!!!!! En daar nog één! En nog één en.... Mijn God! Voor hij er erg in had was hij omringd door zeker 40 van die beesten!


Sommigen waren zeker anderhalve meter. Wat sloom hingen ze rond op het rif en knaagden wat steen naar binnen. Ze leken niet eens verstoord. Plotseling leek het tijd om te gaan en opeens zwom de hele school langzaam weg. Gelukkig was het geen probleem voor de vissen dat de - ondertussen vier - snorkelaars met ze mee zwommen. Zo'n tien meter verder begon het knagen weer opnieuw en na enkele minuten zwommen ze weer een stukje verder. Maar eens proberen of ik tussen ze mag zwemmen, dacht Edward. En ja hoor, op zo'n vijf meter diepte zwom hij tussen een hele kudde vissen die zwaarder waren dan hij zelf. Zo om zich heen kijkend wist hij het zeker, dit vergeet je nooit meer!



Einde van dag 239, de dag dat we ook nog wat gingen internetten, wat een wonder dat dit hier kan! Wel geldt hier: "Alles heeft zijn prijs". De internet van vijf euro per uur had nog steeds geen verbinding dus gingen we voor een internetcafé van acht euro per uur! Prima verbinding hoor, maar even rustig de krant lezen was er niet bij vandaag.


Zondag 16 juli 2006, dag 240

We zitten nu echt in de "tropisch-eiland-modus". Er is hier zo weinig en toch ook weer zo veel. Waar we drie dagen geleden bang waren voor verveling zitten we nu in de fase van volledige overgave. Veel zwemmen, veel zonnen, luisteren naar schitterende muziek en heerlijk lezen. En veel vers fruit en verder niets...

Trouwens, veel dingen zijn hier groot. Niet alleen die Bumphead Parrotvissen en die Varaan, maar we troffen ook enkele andere grote objecten aan.




Oh ja, en Edward maakte nog eens een duik, we zijn hier nu toch! Dit maal dook hij bij het wrak van de MV Unistar 17, het vrachtschip dat in december 2000 naar de bodem ging. De vracht bestond uit suiker en daarom heeft deze site nu als koosnaam: Sugar Wreck. Hoewel er geen mensen zijn omgekomen schijnt er wel een geest te vertoeven, waarvan een foto circuleert op het eiland (gemaakt door duikers vanuit het schip). Hoewel opvarenden hier nogal eens niet gemeld worden aan de authoriteiten, een lokaal zeemansgebruik. Niet vanwege geesten, maar vanwege de ligging op open zee is Sugar Wreck één van de lastigere duiken in de regio. Maar ook de spannendste.



Na twintig minuten varen en vijf meter naar beneden gezakt te zijn, kwam de groep bestaande uit drie duikers aan bij de bovenkant van het wrak, wat eigenlijk de zijkant is. Zoals op het plaatje te zien is ligt het wrak op zijn zij. De Batfishes leken bijna blij ons te zien. Na wat te hebben rondgekeken bij de onderkant van het wrak op zo'n 18 meter diepte (groupers en porcupine fishes bij de vleet) en de deuren die tien meter verderop liggen, gingen ze naar de voorkant. Na 20 minuten zouden ze beslissen of ze het wrak in zouden gaan of niet. Laat Edward zich nu met een Dive Master en een Dive Instructor onder water te begeven. Die gaven natuurlijk wel het Ok signaal, dus hing het van Edward af. Onder het motto: "we zijn hier nu toch", gaf ook hij het Ok signaal en ze zwommen het donkere gat in. Dat was wel even spannend. Maar het ruim van het schip was ruimer dan gedacht en ook was het snel wennen aan het donker. Dat duikt wel zo makkelijk. Ze keken ook nog even in een zogenaamde "air pocket", een ruimte met zes jaar oude lucht er in. Niet echt smaakvol en gezond om in te ademen, maar je kan wel even met je hoofd boven water op 15 meter diepte. Da's grappig. .


Daarnaast hadden ook veel vissen net als hen het briljante idee opgevat om in het wrak te gaan zwemmen, een schitterend gezicht. Door al die excitement slurpte Edward lekker veel lucht naar binnen. In het wrak bleek hij zo'n 30 bar meer lucht gebruikt te hebben dan zijn buddy. Da's best veel in twintig minuten. Maar gelukkig kwam hij daarna weer tot rust zodat ze de geplande duiktijd van een uur op enkele minuten na konden halen. Wat zagen ze? Cuttle Fish, Lion Fish, Sweet Lips, grooooote Pufferfishes, Porcupinefish, Hermite Crab, Batfish en duizenden Coral Shrimp Fishes. Oh ja, en een Bamboo Shark.

Einde van dag 240, de dag dat Sanne's kattenverbod definitief niet te handhaven bleek.





Maandag 17 juli 2006, dag 241

Eigenlijk wilden we vandaag naar het grote eiland verkassen, maar waarom zou je je haasten in deze omgeving? Eerst nog even een duikje voor Edward, dachten de Globetrotters in Spé. Dit maal naar T3, een begrip in de regio.


Hoe kan het ook anders, weer zo'n schitterende duikstek met veel kleine "pinnacles" en ook enkele "swim-throughs". Of hoe zeg je dat in het Nederlands? Veel Punten en enkele zwem-er-door-heen mogelijkheden. Nou, één ding was zeker, toen Edward voor het eerst ergens doorheen zwom zag hij meteen al een grote schildpad. Beetje knagen, beetje zwemmen, nog een beetje knagen en toen schoot hij vandoor. Wat een feest. Daarna werd er afgedaald tot 20 meter om wat Pufferfishes te spotten en helaas ook een Triggerfish met zijn trigger omhoog, waardoor we ons duikplan eeeeeven bijstelden. Er waren ook drie soorten Angelvissen daar beneden, vrij uniek. Niet alleen de Blue Ringed, maar ook de Six Banded en de Emperor Angelfish.




Toen we even later weer wat ondiepere wateren opzochten om lucht te sparen zagen we weer zo'n turtle. "This could be my lucky day", dacht Edward en dat zou later ook blijken. Deze schildpad schoot na een tijdje naar de oppervlakte om lucht te happpen, een fascinerend gezicht. Daarna was het tijd om naar boven te gaan helaas. Drie minuten gestopt op vijf meter en daarna kreeg Edward nog een kado'tje. Hij had nog 100 bar in zijn tank (da's half vol), dus ging zijn buddy naar boven en ging Edward nog een extra blokje om, alleen met de dive master. Jippie! De toegift bestond uit een drietal Yellow Boxvisjes. Wat zijn die beestjes toch grappig, het lijkt wel of ze soms niet weten hoe ze moeten zwemmen. Tweede toegift bestond uit wederom die drie soorten Angelfish en schitterende stukken soft koraal. Na nog een tijdje hebben rondgezwommen op zo'n 15 meter was het dan toch echt gedaan. Met nog 50 bar in de tank moesten ze toch echt naar boven? Maar wat hebben we daar? Het is groot! Maar in de verte waren slechts de vage contouren te zien. Maar het is iets groots!!!! De twee duikers sprintten richting een stuk steen waar het enorme beest ondertussen achter zwom. Het was een haai! Geen idee wat voor soort het was, maar niet zo'n mietje van een Bamboo Shark en ook geen Black Tip Shark. Deze was bruin met stippen en hij was groooot.


Na tien seconden schoot hij weer weg. Wow! En toen werd het nog gekker. Hij kwam terug! Hij circelde zowaar een rondje vlak onder de twee opvallend rustige duikers. Hij was misschien wel drie meter en zwom op nog geen meter onder hen! Edward keek hem zo in de ogen, wat een ervaring. En toen zwom hij weg. Een ontmoeting die je altijds zal bijblijven. Onbetaalbaar! (en voor de rest Mastercard). Toen onze vriend weg was werd het wel tijd om ook eens naar boven te gaan. In duiktermen was Edward "low on air", oftewel minder dan 50 bar in de tank. Niet de bedoeling maar in dit geval was dat lekker belangrijk. Al had hij op de lucht van de divemaster naar boven gemoeten, no way dat hij die Shark had willen missen. Toen ze met een brede grijns boven water kwamen waren er 69 minuten voorbij. Enig speurwerk in de visboeken leerde hen dat het een Leopard Shark was, waarschijnlijk een volwassene, ze kunnen zo'n drie meter worden. Om een lang verhaal kort te maken: dit pakken ze je niet meer af.

Gemiddelde gesprek bij de duikschool: "Hey Edward, how are you?". Antwoord met brede grijns: "I saw the Leopard Shark".

Einde van dag 241, de dag dat we, ondanks onze slechte momenten aan het begin, eigenlijk geen zin meer hadden om hier weer weg te gaan. Maar ja, je bent maar één keer op de Perhentian Eilanden en we willen graag ook nog een tijdje op een ander strand "wonen". Zo blijkt maar weer, het leven is keuzes maken. Morgen gaan we eens kijken op het Grote eiland, Besar. Het schijnt daar wat rustiger te zijn dan hier.

0 Comments:

Post a Comment

<< Home